Met voorwaerden ende servituyten:Eerst dat Jan Dircxz voorn., noch zijnen erven ten eeuwigen daghen geen ontruymingen zullen mogen eyssen van den bindten die Hijman van Dam voors. nutertijt leggende heeft in den zijdelmuyr van desen huyse. Des zijn dezelve Heyman van Dam ende zijne naecomelingen, possesseurs van den voors. huyse gehouden de voors. zijdelmuyr van desen huyse, daer de voorn. binten inne leggen tot haeren laste ten eeuwigen dagen t' onderhouden ende repareren. Ende de voors. binten als 't noot ofte van doen zal zijn drooch ende schoon te houden. Dat de voorn. Heyman noch zijne successeurs niet en sullen mogen betimmeren, besetten noch beletten de lichten staende in den zijdelmuyr van den voors. huysinge. Ende dat zijluyden gelijck ten eeuwigen dagen tot haeren costen alleen zullen onderhouden de looden gooten die nuterttijt leggende zijn, zoewel onder dack van desen huyse als onder 't dack van desselfs Heymans huyse, ten eynde de voors. zijdelmuyr ende bindten schoon ende drooch mogen blijven zonder eenichsins te inwateren. Ende voorts dat zij alle de drop ofte droppen van desen huyse hoeren loop ende losinge doen hebben zullen tot in den Rijn. Al achtervolgden zeeckere schepenenbrieve gepasseert bij den voorn. Symon Ysbrantsz ende enen Adriaen Jacopsz, scheepmaecker, eertijts besitter van des voors. Heymans huys, ten date den thienden septembris 1500 tweeenvijtich., die hij comparant tot dien eynde den voorn. Jan Dircxz, zijn zwager gelevert heeft.Voort met servituyten dat de voors. Heyman Jacops of zijnen nacommers tot vermaninge van den voors. Jan Dircxz of zijnen erven gehouden zullen zijn te doen ontruyminge van het somerkoeckentgen bij Jan Symon van deszelfs Heymans voorsaet getymmert an de … van desen huyse, mede al blijckende bij twee schepenenbrieven deur den anderen gefixiert, d'eene in date den eenendetwintichsten july 1500 negenenvijftich ende d'ander den achtentwintichsten aprilis anno 1500 eenendetsestich, mede onder den voors. Jan Dircxz berustende. |