| Akte info |
| Bron (scan) | Soort | Nr | Fol | ScanNr | Datum | Perceel | - |
| ONA-00301-VanHout | inventaris | 029 | 40 | 27 | 1573-05-16 | Hogewoerd.059 |   |
| | Hogewoerd | 10704 |
De inventaris is opgedeeld in de hierna vermelde 14 rubrieken (voor de duidelijkheid hier van een volgnummer voorzien). Indien relevant/interessant, dan volgt de originele getranscibeerde tekst en in de overige gevallen wordt volstaan met een samenvatting in modern nederlands
- Onroerende goeden
- Eerst achtergelaten een huysinge ende erve gelegen binnen deser stadt op de Hoogewoerdt daerinne de voorscreven Jan IJsbrantsz za. deser werelt overleden es. Tegenwoordelick belent aen deensijde Cornelis Lambrechtsz backer ende aen dander sijde Krijn Cornelisz schoemaker, streckende van de Hoogewoerdt achter aen des voorscreven Cornelis Lambrechtszns erve, (..) mit noch een waerbrieff van date den 18e september 1560 met twee transporten daer op 't laetst ten behoeve van Jan IJsbrantsz van date den 28ste August.
- Voorts heeft de voorscreven weduwe verclaert datter haers wetens geen meer huysen ogte onroerende goeden in den boedel en sijn, hoewel onder de brieven bevonden werden de naervolgende waerbrieven.
- Eerst eenen van een huysken inde Coenensteghe van date den 23ste January 1559.
- Noch een van een huysken in de Coenensteghe van date den 30ste July 1560,
- noch een van een camer in de Coenensteghe van date den 3den February 1551,
- noch een leedich erffken in de Coenensteegh van date den 10de Aprilis 1565,
- noch een van een camer met twee halve gevels in Levendael van date den 5de Novembres 1558,
- noch een van een huys ende erve in de Coenensteegh van date den 5de Meye 1559,
- noch vande helfft van een huys op de Hogewoerdt, op de hoeck van de Coenensteegh van date 1549 den 23ste Decembris,
- noch een waerbrief van date den 8ste Maerte 1558 beroerende een huys in de Coenensteegh met drie schepenen quytantien daerbij,
- noch vijf bezegelde schepenen quytantien van de vijf simpele quitantien van een huys ende erve op Levendael op ten houck van de Vrouwensteghe zijn de voorscreven brieven al aen den anderen geregen ende tsamen gebonden.
- Noch sijn in den boedel bevonden de naervolgende brieven.
- Eerst de huwelicxe voorwaerden tusschen Jan IJsbrantsz ende Aeghte Woutersdr van date den 2de Juny 1561,
- huwelicxe voorwaerden van Jacob Heynricxz schipper ende Maritgen Jansdr van date den 4de Juny 1561,
- een belofte van indempnite van een waringhe bij Jan IJsbrantsz selve gestelt voor Heynrck Dircxz messemaker van date den 10de July anno 1570 bij twee schepenen gesegelt sijnde,
- testament van Jan IJsbrantsz messemaker ende Jannetgen Willemsdr van date den 22ste Marty 1570 bij schepenen gesegelt,
- copie authentyck van daccorde tusschen Jannetgen Harmansdr ende de kinderen van Jan Harmansz,
- quytantie van Marytgen Jansdr van haer moeders erff van date den 17de Septembris 1570,
- quytantie van Kors Gijsbertsz als man ende vooght van Maritgen Jansdr van date den 26ste Mey 1563,
- twee quytantien van Jan IJsbrantsz beroerende zijn moeders erff, de laetste van date den 24 Aprilis 1567,
- quytantie van derffgenamen van Immetgen Willemsdr van huysraet inboel gelt ende anders van date den eersten February 1571 tsamen opgeregen zijnde.
- Inschulden van den boedel
- Volgt een lijst van 17 schuldenaren met hun al of niet geddelte;ijk afbetaalde schuld, veelal voor geleverde messen
- Huysraet ende Imboel
- Houtwerck
- Kasten, banken stoelen e.d.
- Tinnewerck
- Schotels, kannen, vazen enz
- Copwerck
- Een becken, drie candelaeren, een asschop, een visspaen, 2 coperen potten twee roode ketelen, een asketel
- IJserwerck
- Twee hogelen een van hout, een vorcxken, een tang, een rooster een hangijser, een vouthengel, een asschop, een dregger, een bijstermackertgen, een aelspeetgen, twee gardijn roeden.
- Lindewaet
- Acht slaeplakenen van vijf ellen, twee halff slaeplakentgens, twee cleyne ende een groot cruysbeelt tafellakenen, drie servieten 't een cruyswerck, zeven fluwelengoet off (?)naedt, noch es geschoren tot de wever 22 ellen daer op een pondt gaern es geleent.
- Beddewerck
- Twee bedden met toebehoren
- Alderken huysraet
- Clederen tot sijn lijf behoort hebbende
- Een swart laecken gevoerde mantel, noch een dagelicxe mantel ende andere dagelicxe clederen, die welcke sijn gegaen tot cleedinge van de kindtskinderen, noch een bonet drie hemden, een lang geweer, een hellebaert, een knevelstaff
- Gelt
- Verclaert de wedue datter in 't cantoor bevonden was drie gulden van veertigch grooten daer uuyt bij haer de dootschulden zijn betaelt ende heeft van de rest tot noch toe geleeft.
- Gereetschappen
- Behalve gereedschap allerlei soorten messen, schedes enz. De uitvoerige opsomming eindit met 'noch verclaert de wedue bij haer wetenschap onder daerde verburgen te leggen tot twie steden seecker ijser ende loot bij raminghe omtrent zevenhondert ponden swaerdts.'
- Victuaellen
- Een sack rogge, anderhalve sijde speck, acht stucken geroockt vleys, een geroockt hooftvlack van een varcken.
- Restschulden
- Een aantal kleine bedragen
Aldus gedaen in bijwesen van Jan van Berendrecht smidt, Jan Lenaertsz Cruys ende Cornelis Lambrechtsz backer ten dage ende jaere int hooft van dese gestelt.
Inventaris in den name des Heeren amen, van alle de goeden roerende ende onroerende actien crediten in ende uuyt schulden mitter doot geruymt ende achtergelaten bij Jan IJsbrantsz messemaker overleden binnen Leyden in zijne huysinghe staende op te Hogewoert opden 16de Meye 1573. |
|
| Betrokken personen |
| Vlgnr | Rol | Persoon | PersoonNaamInBron |
| 29/01 | overledene | Jan IJsbrantsz Proper {messenmaker} | Jan IJsbrantsz messemaker |
| Inventaris in den name des Heeren amen, van alle de goeden roerende ende onroerende actien crediten in ende uuyt schulden mitter doot geruymt ende achtergelaten bij Jan IJsbrantsz messemaker overleden binnen Leyden in zijne huysinghe staende op te Hogewoe |
| 29/02 | echtgenoot | Jannetgen Hendricksdr {Proper} | Jannetgen Heynricxdr zijne weduwe |
| Jannetgen Heynricxdr zijne (=Jan IJsbrantsz) weduwe
Janna de wedue van IJsbrant Jansz es schuldich van geleent gelt 2 gulden ende van messen 12 stuyver. |
| 29/03 | getuige | Cornelis Lambrechtsz {bakker} | Cornelis Lambrechtsz backer |
| In bijwesen van Cornelis Lambrechtsz backer vanwegen de selve Jannecken versocht ende Jan Lenaertsz Cruys ende Jan van Berendrecht smidt opden 29 ste Meye 1573. |
| 29/04 | getuige | Jan Lenaertsz Cruys | Jan Lenaertsz Cruys |
| In bijwesen van Cornelis Lambrechtsz backer vanwegen de selve Jannecken versocht ende Jan Lenaertsz Cruys ende Jan van Berendrecht smidt opden 29 ste Meye 1573. |
| 29/05 | getuige | Jan Jansz van Berendrecht VIbis {smid} | Jan van Berendrecht smidt |
| In bijwesen van Cornelis Lambrechtsz backer vanwegen de selve Jannecken versocht ende Jan Lenaertsz Cruys ende Jan van Berendrecht smidt opden 29 ste Meye 1573. |
| 29/06 | vermelding | Quirijn Cornelisz {schoenlapper-Hogewoerd} | Krijn Cornelisz schoemaker |
| Tegenwoordelick belent aen deen sijde Cornelis Lambrechtsz backer ende aen dander sijde Krijn Cornelisz schoemaker |
| 29/07 | vermelding | | Aechte Woutersdr |
| de huwelicxe voorwaerden tusschen Jan IJsbrantsz ende Aechte Woutersdr van date den 2de Juny 1561 |
| 29/08 | vermelding | | Jacob Heynricxz schipper |
| huwelicxe voorwaerden van Jacob Heynricxz schipper ende Maritgen Jansdr van date den 4de Juny 1561 |
| 29/09 | vorig-echtgenoot | | Maritgen Jansdr |
| huwelicxe voorwaerden van Jacob Heynricxz schipper ende Maritgen Jansdr van date den 4de Juny 1561
quytantie van Marytgen Jansdr van haer moeders erff van date den 17de Septembris 1570
quytantie van Kors Gijsbertsz als man ende vooght van Maritgen J |
| 29/10 | voogd | | Kors Gijsbertsz |
| quytantie van Kors Gijsbertsz als man ende vooght van Maritgen Jansdr van date den 26ste Mey 1563 |
| 29/11 | vermelding | Hendrick Dircksz {messenmaker} | Heynrck Dircxz messemaker |
| een belofte van indempnite van een waringhe bij Jan IJsbrantsz selve gestelt voor Heynrick Dircxz messemaker van date den 10de July anno 1570 bij twee schepenen gesegelt sijnde |
| 29/12 | vermelding | Immetgen Willemsdr {Proper} | Immetgen Willemsdr |
| testament van Jan IJsbrantsz messemaker ende Immetgen Willemsdr van date den 22ste Marty 1570 bij schepenen gesegelt |
| 29/13 | vermelding | Jannetgen Harmensdr {OudeRijn} | Jannetgen Harmansdr |
| copie authentyck van daccorde tusschen Jannetgen Harmansdr ende de kinderen van Jan Harmansz |
| 29/14 | vermelding | | Jan Harmansz |
| copie authentyck van daccorde tusschen Jannetgen Harmansdr ende de kinderen van Jan Harmansz |
| 29/15 | schuldenaar | | Harmen Jansz tot Oudewater |
| Harmen Jansz tot Oudewater es schuldich volgende een obligatie van date den 19de Novembris 1571 zeven gulden, mer meent de weduwe dat derffgenamen van Immetgen daer van de helft zouden comen |
| 29/16 | schuldenaar | | Pieter Adriaensz van der Hee |
| Pieter Adriaensz van der Hee es dese boedel schuldich vijftich gulden van veertich grooten volgende de obligatie van date den 15de Novembris 1571, verscheenen Meye anno 1572 daer van noch een obligatie bevonden werdt van date den 17de Juny 1571. |
| 29/17 | schuldenaar | Willem Gerritsz van Bleiswijk | Willem Gerritsz |
| Willem Gerritsz woonende tot Bleyswijck es schuldich volgende een schuldbrieff van date den 15de Marty 1567 hondert veertich gulden van veertich grooten, daer op betaelt zijn hondertvijf gulden sulcx opten rugge staet. Dan comt derffgenamen van Ymmetgen W |
| 29/18 | schuldenaar | Pieter Adriaensz {metselaar} | Pieter Adriaensz metselaer |
| Pieter Adriaensz metselaer ofte zijn wedue es schuldich volgende de schuldbrief van date 22ste Aprilis 1567 |
| 29/19 | schuldenaar | | Jan Cornelisz schipper |
| Jan Cornelisz schipper opte Rijpwetgeringe es schuldich ter cause vande mondcosten van Heyndrick Andriesz des wegens vader de somme van zes gulden ende sal verschijnen Jacobi 1573 |
| 29/20 | schuldenaar | Jan Pietersz Polen {steenplaatser, schuitenvoerrder} | Jan Polen |
| Jan Polen es schuldich ter cause van een paer toffelen 15 ½ stuyver daer op hij een reael heeft betaelt, sulcx dat er rest 7 stuyver |
| 29/21 | schuldenaar | | Heynrick de Scheluwe coman |
| Heynrick de Scheluwe coman es schuldich ter cause van moffen 10 stuyver |
| 29/22 | schuldenaar | Jan Lambrechtsz {kruidenier} | Jan in de Gulden Can |
| Coman Jan in de Gulden Can es schuldich ter cause van messen 19 stuyver |
| 29/23 | schuldenaar | | Cornelis Cornelisz cramer tot Delft |
| Cornelis Cornelisz cramer tot Delft schuldich ter cause van messen 18 stuyver |
| 29/24 | schuldenaar | Bonifaes Gijsbrechtsz {smid} | Bonifaes de smidt |
| Bonifaes de smidt es schuldich te cause van colen 7 stuyver |
| 29/25 | schuldenaar | | Heynrick de messemaker van Ouwate |
| Heynrick de messemaker van Ouwater es schuldich 17 stuyver daer vooren een hemde te pande es |
| 29/26 | schuldenaar | Jan Jansz van Baersdorp {de oude} | Jan Jansz de coorncoper |
| Jan Jansz de coorncoper es schuldich ter cause van messen 6 stuyver |
| 29/27 | schuldeiser | | Pieter Claesz |
| Noch rest Pieter Claesz 't weeskindt van Aechte Woutersdr ter cause van zijns moeders erff 25 grooten daer van een uuytgesneden cedulle in den boedel es van date den eersten July 1568 |
| 29/28 | schuldeiser | Haesgen Franckendr van Dorp {vrouw van Franck Huigenz, Pot, Jan Adriaensz} | Haesgen mr Huych Dircxz wedue |
| Baesgen mr Huych Dircxz wedue es seeckren tijdt geleden vercofteen leedich erffken (welck den brieff hout dat vrij soude sijnmer es belast 7 ½ stuyver jaerlicx de welcke hier genomenwerdt tot laste van de boel. |
| 29/29 | vermelding | Huig Dircksz {chirurgijn} | Huygh Dircx |
| Haesgen mr Huych Dircxz wedue |
| 29/30 | schuldeiser | | Pieter Heynricxz Wassenaer |
| Pieter Heynricxz Wassenaer comt een rente van 15 stuyver tjaers sonder dat hij weet wanneert verschenen es |
| 29/31 | schuldeiser | Jan Corsz {bakker} | Jan Korsz backer |
| Jan Korsz backer comt van broot 13 grooten 10 stuyver. |
| 29/32 | schuldeiser | Aeltgen Pietersdr Tromper | Aeltgen Trompers |
| Aeltgen Trompers compt ter cause van eedtbaer spijs 6 stuyver. |
