Gijsbrecht van Griecken Aerntsz en Margriete Zeger Huygenszdr
- Aanbreng man:
- 10 hond land in Alkemade, in gebruik bij Claes Gerytsz.;
- ¼ van 3 morgen land opte A in het ambacht van Alkemade, in gebruik bij Diewer Claesdr., de moeder van Sanne voornoemd;
- ½ van 12½ Karolusgulden op Pons Cornelisz. op de Oude Wetering;
- ½ van 11 gouden Karolusguldens op Adriaen Claesz. in de Ven;
- ½ van 6 Karolusguldens op Vranck Dircksz. te Lisse;
- ½ van 6 Karolusguldens op een weduwe, genaamd Haesgen, te Noortich;
- ½ van 3 pond op een huis en erf te Alphen achter de Kerk, toebehorende Lijsbeth en Balich, zusters;
- ½ van 5 pond losrente op de erfgenamen van Dirck Govertsz. te Rijnsaterswoude;
- ½ van 4 pond per jaar losrente op Jan Cornelisz. te Rijnsaterswoude;
- ½ van 2 pond losrente op Geryt Pietersz. te Rijnsaterswoude;
- ½ van 3 Karolusguldens per jaar op Jan van Reyswijck;
- ¼ van een huis en erf op de Oude Rijn op de hoek van de Cuyperssteeg, belend aan de een zijde de voors. steeg en aan de andere zijde Jan Heynricksz., schipper, strekkende voor uit de Rijn achter aan Cornelis Andriesz. bierdragers erf of plaats en aan een huis en erf toebehorende 't convent van Schagen, belast 't gehele huis en erf met 6 comans groten per jaar met de houde.
- Aanbreng vrouw:
- 7 gouden Andriesguldens per jaar, gereduceert tot 24 sch. 10 penningen, op de stad Leiden;
- 9 sch. 2 p. per jaar op Leiden;
- 8 sch. 10 groot Vlaams op de stad Leiden;
- 5 sch. groot Vlaams op de stad Leiden; haar aangekomen bij testament van Katrijn Wouter Jacobsdr., haar moeie, volgens testament bij Philips Vranckensz., notaris, van 4-7-1542;
- 3 gouden Karolusguldens losrente op Reyer Louwerysz., metselaar, en Lijsbeth Aerntsdr., zijn vrouw, haar bij transport aangekomen van Huych Zegersz., haar broer;
- 5 gouden Karolusguldens lijfrente ten lijve van Margriete Zegers; sprekende op Huygh Zegers voors. en Gijsbrecht meester Cornelis van Campen Jacobsz.
|